TIJDREIZEN

  jan nico mulderij
kasteel

SPANGEN



In het midden van de vorige eeuw kende ik Rotterdam door de week niet anders dan 'smorgens vroeg wakker worden met het piepen en knarsen van de trammetjes, en het onaflatende dreunen van de heipalen. Als ik met mijn opa door de buurt wandelde, stonden we altijd ruim stil bij de bouwputten. We stonden ook stil omdat zijn knieƫn versleten waren na jaren lang honderd-kilo-zakken sjouwen in de haven.

Rotterdam was op zondag een stuk stiller: tot het moment dat Sparta bij de thuiswedstrijd scoorde. Het gejuich golfde dan door de straten. Zo hielden wij een deel van de stand bij. Naar de wedstrijd zelf gaan kijken gebeurde niet, dat zat niet in onze gezinscultuur. Hoewel het Kasteel, de toegang tot het voetbalgebeuren, wel uitnodigend was.

We hadden een ouwe tante wonen aan de Kreupelstraat in Schiedam, vlak bij de Mathenesser ruïne. Daar speelden we wel eens en op straat ging het verhaal dat dit voormalige Schiedamse slot en het Kasteel van Sparta in de middeleeuwen door een onderaardse gang waren verbonden. Hemelsbreed is de afstand 2500 mtr, zo'n tunnel was voor ons goed voor te stellen. In mijn fantasie vond ik de gang en zorgde ervoor dat ik zondags op tijd in het stadion kon zijn.
Later begreep ik dat het Spartakasteel in 1916 gebouwd is geïnspireerd op het voormalige Kasteel ter Spangen, dat even ten noorden lag, waar nu het bedrijventerrein Spaanse Polder is.

Kasteel ter Spangen

kasteel

Uit de lijst van archeologisch belangrijke plaatsen in de gemeente Rotterdam (Burgemeester en Wethouders, 2003):
“Kasteel ter Spangen, ook wel ter Nesse genoemd, dateert uit het midden van de 13de eeuw. Aan het einde van de 13de eeuw bestond het kasteel uit een woontoren met afmetingen van 9x9,5 meter, gelegen op het talud van een motte (kasteelheuvel). De toren is mogelijk gebouwd door de heer Philips uter Nesse, die het in 1307 met de erbij behorende 27 morgen land, waarlangs een rivierje de Spangen loopt, in leen houdt van een oudere tak van de familie.
Het kasteel wordt in 1351 afgebroken, waarna het een kwart eeuw later weer wordt herbouwd. Dan wordt de motte uitgevlakt en de fundering van de woontoren gebruikt bij de bouw van een woonvleugel, die deel uitmaakt van een rechthoekige kasteelplattegrond.
In de 15de eeuw wordt het kasteel verder vergroot. Het is in 1572 afgebrand: in de 80jarige oorlog werd het kasteel bezet door de Watergeuzen, onder bevel van graaf Van der Mark.
In het midden van de 19de eeuw restten nog enkele muurbrokken in een weiland, terwijl in het begin van de 20ste eeuw de locatie van het kasteel Ter Spangen nog herkenbaar was aan een ongelijk gelegen terrein. Een deel van het complex is weggebaggerd voor de aanleg van de Bornissehaven.”
De verwoesting in 1572
Over de tijd dat het Kasteel ter Spangen werd verwoest, de tijd waarin we waren bezet noor de Spanjaarden, hebben we een verslag van Nicolaas Zas (1610-1663):
“Op dinsdag de eerste april 1572 kwamen enige Spaanse schepelingen uit Den Briel voor Rotterdam, omdat zij zich voor Den Briel niet durfden ophouden. Dat kwam doordat de graaf Van der Mark, heer van Lumey, met 26 oorlogsschepen uit Engeland, welke vloot de Watergeuzen genoemd werd, voor het Brielse hoofd voor anker kwam. Zij namen in de namiddag de stad Den Briel in en versloegen de Spanjaarden in het hele land van Voorne en Beijerland. De Spanjaarden waren allemaal zeer vuil en onder de modder naar Dordrecht komen lopen, waar hen de binnenkomst geweigerd werd.
De graaf van Bossu, die het commando had over de Spanjaarden, die in alles 12 vaandels sterk waren geweest, was zeer ontdaan. Enerzijds omdat hij nat en vuil was en zich door over de Maas te zwemmen had moeten redden, doordat de Watergeuzen alle schuiten van de Spanjaarden verbrand hadden, anderzijds omdat hem de toegang tot Dordrecht geweigerd was. Dit deed hem ertoe besluiten om met zijn vuile en beslijkte troep Spanjaarden, die nog overgebleven was, naar Rotterdam te trekken. (...)

Hierna heeft de graaf van Bossu de stad doen bezetten, voornemens zijnde hier de stoel des oorlogs tegen de Watergeuzen te vestigen. De soldaten haalden overal grote baldadigheden uit, voornamelijk jegens vrouwen en dochters, gedurende de tijd van ongeveer 15 weken, waarin ze slaapplaatsen kregen in de huizen van de burgers.
Ondertussen komen de Brielse Watergeuzen over de Maas tot Delfshaven gevaren, welke plaats zij ingenomen en beschanst hebben, alsook het slot Spangen, waarmee zij Schiedam insloten zonder de ingezetenen enige hinder of ellende aan te doen. De schrik nu van dat enige vaandels Spaanse knechten uit Rotterdam op de 10de april een onverwachte inval in Delfshaven gedaan hadden, alles daar en daaromtrent vermoordende en leegplunderende wat ze tegenkwamen, bracht teweeg dat alle omliggende steden van Holland hun poorten voor de Spanjaarden gesloten hielden en helemaal geen toevoer vanuit Rotterdam lieten passeren. Waardoor de Spanjaarden, die het benauwd kregen, op de 22ste juli uit Rotterdam vertrokken zijn.

ruine

Zij marcheerden af naar Delft, waar zij niet werden binnengelaten, hetgeen 's-Gravenhage toen heeft moeten ontgelden. Zij plunderden daar deerlijk en kozen verder meer ruimte, terwijl ze overal veel dorpen verbrandden. Totdat zij voor Haarlem kwamen, alwaar zij in de Hout of in het Bosch moesten huishouden, vanwaar zij op het laatst door de graaf van Lumey (Van der Mark) tot dichtbij Utrecht verdreven werden. Toen de graaf begrepen had dat de Spanjaarden Rotterdam verlaten hadden, is hij met een deel van de burgers, die naar Den Briel gevlucht waren, naar Rotterdam vertrokken, waar hij gewillig binnengelaten is. Vanaf die tijd is men begonnen de stad enorm te versterken en te vergroten.”


© Jan Nico Mulderij, 2020
Contact